Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [49]Hij zond [50]duisternis, en maakte het duister; en [51]zij waren [52]Zijn woord niet wederspannig. 49. Te weten, God. 50. Dit was de negende plaag, welke God over Egypte gezonden heeft, en deze duisternis duurde drie dagen lang; Ex.10:22,23. 51. Dat is, de wondertekenen geschieden terstond als Hij het woord uitgesproken had. Of, versta dit alzo dat Mozes en Aaron deden hetgeen hun bevolen was, ofschoon het met groot gevaar huns levens scheen vermengd te wezen. 52. Dat is, zijn bevel.